3 vragen aan: Joanneke Spruijt, onderzoeker WUR (interview)
Het antwoord op 3 vragen over Kosten en baten van NKG bewerking op basis van verschillende onderzoeken in Nederland
Het antwoord op 3 vragen over Kosten en baten van NKG bewerking op basis van verschillende onderzoeken in Nederland
A feasibility study has been worked out for an integrated advisory system for precision agriculture on the production of forage (grass and maize) for dairy farming in the Netherlands. Technology is not restrictive anymore to apply precision agriculture on important cultivation measures. It is now about achieving an effective integration of sensor data, models, metrics and equipment in a comprehensive advice system. It has been advised how a practical advice system for operational decisions can be realized on the dairy farm in the foreseeable future (
Winnaar van de wedstrijd Topbodem, editie 2014-15, Hans Akkermans probeert alles te doen om zijn bodem in topconditie te houden. Toch merkt hij dat de normen voor fosfaat de ruimte beperken om aan duurzame bodemvruchtbaarheid te werken. Voor een goed saldo neigt hij naar intensievere teelten, voor de bodem naar voldoende rustgewassen.
In een eerdere studie werd verkend in hoeverre het economische en milieutechnisch haalbaar zou zijn om in regio De Peel krachtvoervervangers regionaal te verbouwen. In de in dit rapport beschreven studie stelden we ons de vraag of ruimtelijke optimalisatie wel tot milieuwinst zou kunnen leiden en vervolgens hoe regionale voercentra kunnen bijdragen en op welke locatie deze zouden moeten liggen.
This thesis is the result of assessments on the extent of existing resource use and management practices using a Participatory Integrated Watershed Management (PIWM) as a viable approach to promote best soil water conservation (SWC) measures towards more sustainable land use. The study was conducted in two contrasting agro-ecological zones of the north-western highlands of Rwanda, namely; Gataraga and Rwerere in the framework of “Agasozi ndatwa” referred to as PIWM.
De land- en tuinbouw ontwikkelt zich in de richting van steeds intensievere en complexere bedrijfssystemen. Vanuit de sector groeit het besef dat de chemische benadering van ziekten en plagen haar grenzen begint te bereiken. Ook de consument verlangt van de producent dat de inzet van chemische middelen gereduceerd wordt en gezocht wordt naar andere, meer duurzame oplossingen. Een van de oplossingsrichtingen is het creëren van een gezonde, veerkrachtige en weerbare bodem.
Hoe kunnen veetelers met minder input meer resultaten halen bij snijmaïsteelt? Dat is de centrale vraag van het project “Duurzaam bodembeheer maïs”. De maïsteelt kan echter nadelige effecten hebben voor de bodem door gewasbeschermingsmiddelen en het uit- en afspoelen van nutriënten. Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut onderzoeken van 2012 tot 2014 in opdracht van het ministerie van EZ duurzame en praktisch haalbare verbeteringen en vernieuwingen. Teeltsystemen die zorgen voor een gezonde bodem worden daarbij gezien als sleutel tot duurzame teelt.
De landbouwpraktijk op de zuidoostelijke zandgronden heeft geleid tot hoge nitraatgehalten in grondwater en hoge fosfaattoestanden in de bodem. Het mestbeleid wordt daarom steeds verder aangescherpt, wat ten koste kan gaan van gewasopbrengsten en het organische stofgehalte in de bodem. Vandaar de vraag: is het mogelijk landbouwkundige en milieukundige doelen te verenigen?
The demand for agricultural products (food, feed, fibre, and biomass for other purposes) produced in Sub-Saharan Africa (SSA) will increase for the coming decades. In addition, the global climate change will largely impact on the agricultural sector in Sub-Saharan Africa. Major challenges for the agricultural sector in SSA are that agricultural production systems depend on resources that are for a large part non-renewable, and that the current agricultural practices in SSA are major contributors to environmental degradation.
Meerjarige granen, waaronder Thinopyrum intermedium, wortelen dieper en intensiever en houden daardoor bodem, voedingsstoffen en water goed vast. Voor Nederlandse omstandigheden zou de teelt van dergelijke gewassen dan ook kunnen zorgen voor minder water en/of winderosie, minder milieubelasting (minder uitspoeling) en zuiniger gebruik van inputs.
Dit rapport gaat over duurzaam bodembeheer in de Veenkoloniën, specifiek in de akkerbouw - verreweg de belangrijkste deelsector in de Veenkoloniale landbouw. Het behandelt de vraag in hoeverre klimaatverandering wijzigingen in het bodembeheer noodzakelijk maakt, en welke maatregelen specifiek voor de akkerbouw in de Veenkoloniën geschikt zijn. Hierbij gaat het enerzijds om maatregelen ter aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie), en anderzijds ook om die klimaatverandering te verminderen (mitigatie).